EMO-Mindfulness

Inleiding

Loslaten, de meest misbruikte term van deze tijd. Wat is loslaten? Hoe doe je dat? Media staan vol met niet-gedefinieerde uitspraken over loslaten: zelfhulp-boeken, audio-oefeningen, online-training loslaten (Psychologie magazine), de Jassentechniek (2009) (Hans de Waard), voel je emoties, leef in het nu, spreek de waarheid, doe niet alsof, maak jezelf leeg, zeg ‘ja’, afbeeldingen van loslaten bekijken en versturen, Inleiding taoïstische filosofie met kernbegrip ‘wuwei’ vertaald als niet-doen (Ransdorp et al, 2015), last but not least mindfulness.

Definities van het begrip ‘loslaten’ zijn er genoeg maar dekken de lading niet. Men omschrijft wat het moet doen, wat het resultaat moet zijn. Meest gelezen voorbeelden: ‘niet langer vasthouden of blijven vastzitten’ (NL encyclopedie), ‘de pijn loslaten uit je onbewuste’, ‘omarmen van het probleem’. Nergens staat wat een beproefde methode is om ‘los-te-laten’.
Met een beproefde methode wordt bedoeld een methode die werkelijk contact maakt met de oorsprong van een probleem.

De technieken zoals nu gepropageerd nemen meestal ‘slechts’ de symptomen weg. Hierbij lijken mensen zich wel meer bewust te worden van de gedachtenstromen.
De filosofie en werking van mindfulness zal in dit artikel verder uitgediept worden. Een aanvullende stap op de techniek van mindfulness, emo-mindfulness, zal geïntroduceerd worden met als doel deze te leren gebruiken voor loslaten van mentaal-emotionele problemen. Het resultaat ervan zal zijn dat de mindfulness hierna beter zal werken.

‘Het is zoals het is.’

Mindfulness

Mindfulness (1979, University of Massachusetts) (John Kabat-Zinn, 1944) is een populaire techniek voor loslaten. Deze methode is gebaseerd op meditatietechnieken die gericht zijn op ontspannen en ‘laten gaan’. Een vorm van meditatie waarin men zich op een niet-reactieve manier bewust is van mentale, emotionele en fysieke sensaties èn van het nu. Niet reageren betekent hier in feite niets meer of minder dan acceptatie van wat zich voordoet.

Mindfulness heeft ook zijn intrede gedaan in de wereld van de psychologie.

In het verlengde van deze meditatietechniek is er een maatschappelijke stroming ontstaan met als doel het ontwikkelen van een levenshouding die zich kenmerkt door acceptatie van onvermijdelijk optredende negatieve maar ook positieve ervaringen. Aanvaarding van wat is, wat zich voordoet zoals in de boeddhistische leer bekend, de juiste indachtigheid of het juiste bewustzijn ontwikkelen. Aanvaarding van wat is draagt bij aan geluk. Meditatie is één van de dertien dingen die op lange termijn het geluk van mensen verhoogt (Dijksterhuis, 2015 pag. 58). Activiteiten zoals meditatie die we met regelmaat uitvoeren hebben dit effect in tegenstelling tot veranderingen in leefomstandigheden. Deze laatste gebeurtenissen hebben slechts een kortdurend effect. Kort gezegd, het zou wel eens kunnen zijn dat mediteren op termijn meer gelukkig maakt dan het winnen van de Staatsloterij. (‘Geld maakt niet gelukkig maar ruikt wel een beetje lekker’, aldus Dijksterhuis, 2015 Hfdst 2.)

Mindfulness heeft ook zijn intrede gedaan in de wereld van de psychologie. De richting die zich bezighoudt met deze methode is Mindfulness Based Cognitive Therapy (MBCT). MBCT wordt in het Nederlandse taalgebied aandachtgerichte cognitieve therapie genoemd. In MBCT wordt Mindfulness als vaardigheid aangeleerd bij de behandeling van met name chronische en recidiverende depressies maar ook bij fobieën en chronische pijn. Opvallend bij deze techniek is dat men stelt geen directe aandacht te besteden aan de problemen die zich voordoen. Slechts aanvaarden. ‘Het is zoals het is.’ De idee erachter is dat ‘je niet verzetten tegen een probleem’ meer oplossend zou werken dan voortdurend trachten dingen te veranderen naar eigen wensen. Inmiddels verschijnen er studies die aantonen dat mindfulness de recidive van depressies significant vermindert (Ma & Teasdale, 2004) (Williams et al, 2014) en studies over vermindering van slaapverstorende processen, zoals piekeren (Winbush et al – 2007), vermindering van pijnintensiteit bij mensen met chronische pijn, zoals lage rugpijn (Oskam et al – 2009).

Andere Vormen

Andere culturen kennen een zelfde soort methode. Op Hawaï bestaat een spirituele genezingsmethode genaamd Ho’oponopono (2014) (Bodin et al.). Deze genezingsmethode wordt in het Hawaïaanse woordenboek gedefinieerd als ‘geestelijke reiniging’. Ho’o betekent ‘iets in gang zetten of doen’, pono staat voor ‘goed’ of ‘correctheid’.
Men gebruikt bij deze methode een korte standaard-formule die op een zelfgekozen wijze in herhaling wordt uitgesproken, in jezelf of hardop, in familiebijeenkomst of alleen. Deze formule wordt gebruikt bij een conflict, een heftige reactie, een ongeluk, een traumatische gebeurtenis. Feitelijk in elke situatie die een sterke negatieve reactie van binnenuit oproept.
Door herhaling van deze formule moet innerlijke rust ontstaan. Men stelt hierbij ‘je hoeft niets te doen of te begrijpen, slechts de formule te herhalen’. Door dit toe te passen maak je je geheugen leeg, oude ervaringen komen op en mogen verdwijnen. Feitelijk betekent dit loslaten van zaken uit het verleden.

Volgens het boek ‘Een Cursus in Wonderen’ (ECIW, 2015) mogen we loslaten benoemen als ‘anders leren kijken naar situaties in het leven’.
De cursus hanteert twee centrale begrippen die ons behulpzaam zijn bij onze heelwording: wonderen en vergeving. Wonderen worden gezien als het anders leren kijken naar jezelf, naar mensen en uiterlijke omstandigheden. Een zich voltrekkend wonder noemt de cursus dan een omslag in die waarneming. Vergeving is het herkennen en het terugnemen van eerdere oordelen en projecties. Een vorm van loslaten waarbij ons wordt geleerd in het nu te blijven, niet te reageren door wat we geleerd hebben in het verleden. De overeenkomst met Mindfulness en andere loslaat-technieken is duidelijk: op een niet-reactieve manier aanwezig zijn. Hetgeen opkomt, laten gaan. Jezelf schoonmaken van het verleden, van oude ervaringen en van oordelen.

Voor wie zijn deze loslaat-methode bedoeld?

Om deze vraag beantwoord te krijgen moeten we eerst een bruikbare indeling maken van de ernst van problemen om te zien bij welke vormen deze ‘loslaat-methoden’ wel passen en bij welke problemen niet.
Een eenvoudige indeling in de psychologie is de volgende: 1/mensen met alledaagse problemen, 2/met klinische problemen en/of 3/persoonlijkheidsproblemen.
De eerste categorie spreekt voor zich. Het gedoe van alledag dat leidt tot ongenoegen zonder dat deze onbestuurbaar worden of dat de betrokkene professionele hulp nodig heeft. Dit geldt in feite voor ieder mens.
De tweede categorie is ernstiger. Men ontwikkelt in de loop van de tijd – 6 weken tot 3 maanden – een klinisch beeld: een depressie, een angststoornis, dwang, een eetprobleem, slaapstoornis en trauma/PTSS. Bijzonder bij met name dit laatste beeld van trauma is dat het in tegenstelling tot de eerder genoemde klinische beelden in zeer korte tijd kan ontstaan: een heftige schrikreactie zonder (bewuste) gevoelsmatige reflectie. Men verstart en neemt geen tijd voor verwerking. PTSS is het gevolg. Bij alle genoemde klinische beelden overigens, is het nodig dat de betrokkene professionele hulp krijgt.

Persoonlijkheidsproblemen (-stoornissen) vormen een nog diepere problematiek. Deze worden beschreven in DSM-V – Diagnostic and Statistical Manual (2013), het diagnostisch handboek voor psychologen en psychiaters. De hierin beschreven persoonlijkheidsproblemen/-stoornissen maken onderdeel uit van de totale persoonlijkheid en vragen een zeer specifieke en intensieve, vaak langdurige behandeling voor verandering van een star en duurzaam patroon van gedachten, emoties en gedragingen. Deze patronen wijken duidelijk af van de verwachtingen binnen de cultuur zich uitend op een breed terrein van persoonlijke en sociale situaties. Soms geeft een film, hoewel geromantiseerd, een goed beeld van een persoonlijkheidsstoornis zoals de film ‘As good as it gets’ – (1997) met Jack Nicholson als obsessief-compulsieve schrijver.

Het vermoeden bestaat dat mensen die naar technieken op zoek zijn om te leren loslaten in alle drie genoemde categorieën te vinden zijn. Mogelijk zal onderzoek laten zien dat hier een normaalverdeling van toepassing is, dat wil zeggen dat er een spreiding zal zijn van enerzijds mensen zonder grote problemen – alledaags – en anderzijds mensen met ernstige problemen – op persoonlijkheidsniveau – die op zoek zijn naar een effectieve methode voor loslaten. De vraag rijst nu: zijn loslaat-technieken geschikt voor alle drie genoemde categorieën mensen? Is het wel verstandig om loslaat-technieken toe te passen als er sprake is van klinische problematiek? En wat te verwachten bij persoonlijkheidsproblemen?

In geval van alledaagse problemen en het ontwikkelen van een levenshouding ter bevordering van eigen geestelijke en lichamelijke gezondheid lijken de meeste loslaat-technieken een relatief positieve werking te hebben. De problemen die losgelaten worden zijn beheersbaar en leiden veelal niet tot heftige reacties. Men kan de storende zaken laten gaan en komt erna in een veld van rust, even mogen ‘zijn’.
In geval van klinische problemen ligt dit anders. Mensen in deze categorie hebben te maken met problemen die op een dieper niveau liggen. Daarmee wordt bedoeld dat deze ernstiger zijn en meer invloed hebben dan alledaagse problemen. Meer invloed in de zin dat ze sterker zijn dan de persoon zelf. Een depressieve bui op alledaags niveau kan bestreden worden met alledaagse ‘huis-tuin-en-keuken-trucjes’. Algemeen bekend.
Een klinische depressie is verankerd in het systeem en geeft aan dat er een verandering heeft plaats gevonden die niet omkeerbaar is met trucjes. De conclusie is gerechtvaardigd dat de dieper liggende problemen daardoor sterker zijn en een heftiger reactie kunnen opleveren indien ze losgelaten worden. Sterker nog er schuilt een gevaar in verergeren van het probleem indien dit niet op de juiste manier wordt opgevangen.

Zoals eerder reeds gesteld hebben loslaattechnieken hun intrede gedaan in de wereld van de psychologie. Men experimenteert met mindfulness en onderzoekt de invloed ervan op de behandeling van klinische beelden, de Mindfulness Based Cognitive Therapy. Onder leiding van een psycholoog of een andere deskundige op dit gebied leert men problemen op klinisch niveau ‘te laten gaan’. Prettig hierbij is dat men deskundig opgevangen kan worden indien men overspoeld wordt door hetgeen naar boven komt.
In de klinische setting wordt daarvoor vaak het TVAA-A schema gebruikt: Toelaten, Verwelkomen, Afblijven, Ankeren en Actie. De eerste drie begrippen zijn gericht op aanvaarden. Het begrip Ankeren betekent ‘jezelf sterk maken met een steunende gedachte, om dat wat naar boven komt aan te kunnen’. Het begrip Actie geldt voor een gedragsmodificerende aanpak erna. (Kabat Zinn, 1990, 2006)

Jezelf schoonmaken van het verleden, van oude ervaringen en van oordelen.

Is mediatie effectief?

Wetenschappelijke artikelen waarin met een zekere terughoudendheid wordt gesproken over de werking en resultaten van mindfulness zijn eigenlijk niet te vinden. Professor M. Puett (filosoof) – De Weg, 2016, pag. 93 – tipt het even aan: ‘Let wel: aandacht schenken aan je emotionele reacties is niet hetzelfde als ‘mindfulness’, het populaire concept dat losjes is gebaseerd op de boeddhistische gedachte dat we moeten onthechten en geen oordeel mogen vellen. Het is geen kwestie van je gevoelens observeren, accepteren en dan loslaten om een innerlijke vrede te vinden.’ Hij stelt vervolgens: ‘Het ontstane vredig gevoel verdwijnt weer als we in aanraking komen met de buitenwereld.’

Klinisch psycholoog Dr. Catherine Wikholm (Co-author of ‘The Buddha Pill: Can meditation change you?’, Watkins 2015) van de universiteit van Surrey stelt het als volgt: ”Het is moeilijk om een gebalanceerde visie te ontwikkelen als de media vol staan met artikelen over de voordelen van mediteren. Het is goed om je er bewust van te zijn dat onderzoekers de positieve effecten van meditatie vaak opblazen en dat studies die geen effect rapporteren niet worden opgepikt door de media. Over negatieve effecten wordt helemaal niet gesproken. (‘Is meditation as effective as we are led to believe?’)”

Uit voorgaande kunnen we opmaken dat de techniek mindfulness, naast andere loslaat-technieken, haar weg heeft gevonden in onze maatschappij. Loslaten is een ‘hot-item’. De techniek an-sich is een heldere en goed bruikbare methode voor mensen die in hun leven van alledag even rust willen ervaren, even willen ‘zijn’.

Voor mensen met ernstiger problematiek zou deze techniek bruikbaar zijn onder  begeleiding van een goed opgeleide professional werkend in de gezondheidszorg. Bij persoonlijkheidsproblemen is begeleiding zeker noodzakelijk. Hoe kunnen zij accepteren wat naar boven komt?

Ergens ligt een grens in het kunnen accepteren dan wel niet kunnen accepteren van wat naar boven komt. Hiervoor wordt in meditatie een niet-reactieve houding gevraagd. Uiteraard is deze acceptatie-grens in hoge mate afhankelijk van de kracht van het individu die mindfulness toepast, de inhouden die naar boven komen, het moment en de wijze waarop deze opkomen, de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de beoefenaar. Tot slot de vraag of er sprake is van gebruik van medicatie en/of storend gebruik van stimulerende middelen. Wat is het effect van gebruik van medicatie of drugs op het beoefenen van mindfulness? Is er ook een omgekeerd effect? Dit zal verder kwantitatief onderzoek in de toekomst mogelijk kunnen uitwijzen.

Paradox van het loslaten

De meest gehoorde klacht in het beoefenen van mindfulness en andere vormen van loslaten is dat het hoofd niet rustig wordt, de gedachten maar doormalen, gedachten en/of emoties omhoog komen die heftig zijn en men de neiging heeft hierop te reageren/niet in staat is deze te laten gaan. Toch is en blijft het adagium ‘niet-reageren’ wat er ook gebeurt.

Hier belanden we bij de paradox van het loslaten. Gedachten en emoties dringen zich op tijdens de beoefening van mindfulness. In geval van mensen met alledaagse problemen kunnen deze opkomende emoties gehanteerd worden. Ze zijn immers niet te heftig. Men kan niet-reactief blijven. Men kan ze laten gaan. Dit is anders bij de aanpak van klinische problemen.
In klinisch-psychologische behandeling is juist een van de belangrijkste zaken die aan mensen geleerd wordt wel te reageren op wat zich voordoet, wel te kijken naar wat opkomt en juist reactief aanwezig te zijn. Zeker ook in geval van persoonlijkheidsproblemen.
De ervaring leert dat kijken naar de problemen tot een oplossing kan leiden indien men de juiste handvatten krijgt aangereikt. Dit kunnen zelf-regulerende technieken zijn, nieuwe overtuigingen en/of een andere coping ontwikkelen al naar gelang de inhoud van de problemen en de persoonskenmerken. Loslaten zou men hier dus kunnen benoemen als anders leren omgaan met geïnternaliseerde problemen met behulp van valide handvatten.

Ook dit zijn vormen van loslaten maar dan in de klinische setting van een psychologische behandeling. De ervaring in de praktijk leert ons dat dit tot verbetering leidt. Ik blijf nu even bij deze groep. De bedoeling van dit artikel is benadrukken dat emoties aandacht nodig hebben en dat dit in geval van klinische problemen ook noodzakelijk is om tot rust te komen.
Met de techniek van mindfulness wordt juist het tegendeel gepropageerd. Geen aandacht aan de gedachten en/of emoties geven totdat ze ‘weg zijn’. In geval van alledaagse problemen is dit haalbaar. Daarover, nogmaals, kan geen misverstand bestaan. In geval van ernstiger klinische en persoonlijkheidsproblemen, zijn de opkomende gedachten en emoties het gevolg van dingen die men feitelijk niet goed kan hanteren. De gehanteerde coping-strategie voldoet niet. Toch is de idee dat de loslaattechniek mindfulness ook zou moeten werken voor deze ernstiger problemen.

Het is nodig dit probleem te doorbreken waardoor meer mensen in de drie genoemde categorieën effectief gebruik kunnen maken van mindfulness. Emo-mindfulness is hiervoor een geschikt instrument. Een in de praktijk ontwikkelde meditatietechniek die beide tegenpolen (zie A/B) met elkaar combineert volgens het principe van mindfulness: A/ niet-reactieve aandacht geven aan B/ bewust door herhaling van een impuls (intrusie) opgeroepen reacties uit het onbewuste. De ‘mantra-werking’ van een specifiek gekozen probleem komt in de plaats van ‘het onbewuste de vrije loop te laten’ in mindfulness. Bij beschrijving van de ‘praktijk’ van het beoefenen van emo-mindfulness, later in dit artikel, zal duidelijk worden hoe dit in zijn werk gaat.

Emo-mindfulness, een effectieve loslaat-techniek uit de praktijk. Theorie en praktijk

De techniek van mindfulness toepassen betekent eigenlijk ‘kennis maken met je onbewuste’. Door niet-reactief te zijn ontdek je de inhoud van het onbewuste in de stroom van gedachten, emoties en lichamelijke impulsen die voorbij gaan.
‘Ons onbewuste is de baas in het brein’ aldus Ap Dijksterhuis in zijn boek ‘Het slimme onbewuste’ (2005). ‘We laten ons veel meer leiden door ons onbewuste dan we denken. Eigenlijk is dat maar goed ook, want ons onbewuste is veel slimmer, sneller en kan veel meer (tegelijkertijd) doen dan het bewuste.’ Zijn onderzoeksresultaten zijn confronterend. Ons bewuste denken heeft een verwerkingssnelheid van ongeveer 60 bits per seconde, terwijl ons onbewuste verwerkingscapaciteit 200.000 keer zo veel aan kan in diezelfde tijd. Dijksterhuis definieert dit onbewuste als ‘alle psychologische processen waarvan we ons niet bewust zijn, maar die ons gedrag (of ons denken, of onze emoties) wel beïnvloeden’. Mindfulness laat ons bewust op niet-reactieve manier kennis maken met dit onbewuste. Het onbewuste dat vol zit met opgeslagen informatie, fijne informatie, niet fijne informatie en wat allemaal nog meer.

Hier stuiten we op het praktische probleem dat veelal gehoord wordt bij het beoefenen van mindfulness: er komt geen rust! Op basis van huidige kennis over het bewuste en het onbewuste lijkt de verklaring duidelijk: als we ons openzetten voor de informatiestroom vanuit het onbewuste die zo veel meer opneemt dan het bewuste, is er geen weg terug. We worden overstroomd met gedachten, gevoelens en lichamelijke impulsen zeker als de problematiek groter is dan het alledaagse, zoals eerder gesteld. Vooral onopgeloste zaken dringen zich op en verstoren het doel van de meditatie op een wijze waardoor velen beoefening ervan opgeven.
Zou dit een gevolg zijn van onze westerse manier van leven? Zou het zo zijn dat de eerdere (-ste) beoefenaars van meditatie leefden op een wijze waardoor deze problematiek minder voorkwam? Zouden deze mensen eerder in een veld van ‘zijn’ kunnen komen door zich open te stellen? We kunnen er alleen maar naar raden.

John Kabat-Zinn heeft een waardevolle techniek geïntroduceerd in het westen. Aangepast aan het westerse leven maar eigenlijk meer voor beoefenaars die goed functioneren. Er is een aanvullende techniek nodig voor mensen met ernstiger problematiek om mindfulness te kunnen gaan beoefenen en rust te kunnen vinden. Zoals eerder gesteld maakt de methode emo-mindfulness gebruik van de techniek van herhalen om deze rust te bereiken. De psychologie algemeen houdt zich zeker met herhaling bezig. Met wetenschappelijk gevalideerde technieken herhaald gedachten en emoties van alle kanten bekijken, proberen te verwerken en anders te benoemen. Een exponent hiervan is de techniek EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing – Shapiro 1989). De oorspronkelijk techniek, die bewezen het meest effectief werkt als de visuele modus wordt toegepast (eveneens de mening van Prof. Dr. Iris Engelhard, hoogleraar psychologie Utrecht), maakt gebruik van met de vingers herhaalde, stimulerende oogbewegingen (Van den Hout, M.A. & Engelhard, I.M. (2012). How does EMDR work?) terwijl de cliënt wordt gevraagd te blijven bij wat zich voordoet totdat er sprake is van uitdoving (desensitisatie). Dit gebeurt daadwerkelijk. In veel gevallen is deze visuele herhalingstechniek effectief. Wat kunnen we hier vervolgens uit concluderen?
We keren terug naar emo-mindfulness en Dijksterhuis. Het bewuste neemt maar een fractie waar van wat het onbewuste tegelijkertijd waarneemt. In het onbewuste ligt onnoemelijk veel opgeslagen. Ons bewustzijn kan eigenlijk maar een ding tegelijk hanteren. Door nu een item met lading in het bewustzijn te nemen en dit te herhalen, geeft het onbewuste haar informatie gedoseerd prijs. Alles dat nu met de (negatieve) lading van het item te maken heeft treedt naar buiten totdat er niets nieuws meer komt. Het ‘laatje is leeg’. Contact met het onbewuste kan dus effectief bereikt worden door te herhalen. De samenwerking tussen bewuste en onbewuste door herhaling verdient nog verdere uitleg.

Theorie van de herhaling

Dit is een aspect dat in de psychologie m.i. onvoldoende is beschreven. Het aspect van ‘het herhalen op zichzelf’. Het bewuste laat ons denken over sensorische indrukken: kijken, horen, proeven, ruiken en voelen. Als we iets niet (meer) willen zien kijken we naar iets anders. Ook als we iets niet willen horen, ruiken of proeven besluiten we om er iets voor in de plaats te nemen dat prettiger is. Maar, wat doen we nu als we iets niet willen voelen? Bij dit zintuig werkt het anders. Uiteraard kunnen we iets anders proberen te voelen. De ervaring leert dat we er niet zo mee omgaan: we gaan ontkennen. En als we ontkennen stoppen we het weg in het onbewuste. Gevoelens worden daar opgeslagen.
Inmiddels weten we dat alles wat we wegstoppen in ons onbewuste niet verdwenen is of inactief blijft. Het onbewuste geeft ons seintjes. Het geeft op een gegeven ogenblik aan dat het (te) vol is en last heeft. Deze seintjes kunnen terugkerende gedachten zijn (‘the music lingers on…’), emoties of lichamelijke impulsen. Kenmerkend is dat deze seintjes niet zo maar ophouden. Ze presenteren zich in herhaling zolang we niet willen luisteren. Hoe sterker de neiging tot ontkennen, hoe groter de last. Zo ontstaan psychosomatische klachten: ziektebeelden die zich voornamelijk lichamelijk lijken te manifesteren maar een duidelijk psychische factor hebben, ook wel psycho-fysiologische klachten genoemd.
Het onbewuste lijkt dus de techniek van herhaling te gebruiken om ons duidelijk te maken dat er iets niet goed is: ‘ik laat je weten dat de kast vol is’. De verklaring dat nare herinneringsbeelden daardoor vervagen wordt gevonden in de ‘werkgeheugentheorie’ die voorspelt dat concentratie op een afleidende zich herhalende stimulus (het volgen van de vingers van de therapeut tijdens het oproepen van een naar beeld) tot een vermindering van helderheid en emotionaliteit van een herinnering leidt.
Herhaling wordt ook gebruikt bij de beschreven techniek Ho’oponopono op Hawai. Een standaardzin bestaande uit vier verschillende mededelingen die herhaald moeten worden: ‘het spijt me, vergeef me, dankjewel, ik houd van je.’
We komen herhaling ook tegen bij James Pennebaker (1950). Hij heeft met onderzoek een duidelijk verband aangetoond tussen schrijftherapie en herstellen van trauma en emotionele ontreddering. (Psychological Science 8(3): 162-166 mei 1997). Zijn onderzoek richt zich op de relatie tussen natuurlijk taalgebruik, gezondheid en sociaal gedrag.
De therapie werkt als volgt: Spreek met jezelf af dat je drie of vier dagen schrijft, per keer ongeveer vijftien minuten. Blijf continu schrijven en als je niet meer weet wat je moet schrijven herhaal je jezelf. Je hoeft het met niemand te delen. Onderzoek wijst uit dat deze relatief simpele oefening positieve effecten heeft. Ze vermindert negatieve emoties en beïnvloedt de gezondheid in positieve zin. We kwamen het vaker tegen: herhalen en niet noodzakelijk delen.

Terugkerend in de tijd komen we het gebruik van de herhaling al tegen bij Emile Coué, psycholoog en apotheker (1857-1926). ‘De kracht van autosuggestie’ werd door Coué gebruikt om problemen te overwinnen. Een soort positief denken: ‘Elke dag gaat het in alle opzichten beter en beter met mij’ (Tous les jours et à tous points de vue, je vais de mieux en mieux.) Door 20 keer positieve gedachten te herhalen trachten sterker, gezonder te worden, geestelijk en lichamelijk.
Later zien we deze techniek terug in de New-Age-beweging (positief denken) met Joseph Murphy, Erhard Freitag, Dr. Wayne Dyer en Louise Hay – ‘Je kunt je leven helen’ (1990). Meest recent de Franse schrijver en Boeddhist Matthieu Ricard (1946) schrijft onder meer over ‘je aandacht enige tijd richten op’ een emotie als woede/haat of jaloezie in zijn boek ‘Gelukkig leven’ (2005). Door dit te doen verdwijnt deze emotie ‘vanzelf’.

Het onbewuste geeft seintjes in herhaling en lijkt ook meer effectief ‘te luisteren naar herhaling’. De techniek van herhaling om het onbewuste te bereiken kent dan drie variaties: 1. herhalen van standaardzinnen om te komen tot verwerking i.q. loslaten (Ho’oponopono); 2. herhalen van een positieve gedachte om verbetering van geestelijke en lichamelijke gezondheid te bereiken (Coué, Hay); 3. en nu dus herhalen van een ‘probleem’ om het onbewuste uit te nodigen ‘wat samenhangt met’ dit probleem toe te laten zodat er emotionele rust komt (emo-mindfulness).

Herhalen van het probleem

Op deze 3e vorm van herhalen van een exact geformuleerd probleem is de techniek van emo-mindfulness gebaseerd: het onbewuste bereiken door puur herhaling van een direct-storende gedachte, emotie of lichamelijke impuls. In de praktijk blijkt dit tot grote opluchting te leiden. Anders dan bij herhaling van positieve gedachten: ‘Ik ga deze nacht in een keer doorslapen tot 7 uur morgenvroeg.’ (Coué) Het onbewuste zal hiertegen protesteren omdat het veelal vol zit met onverwerkte zaken. ‘Eerst die zaken durven zien/aandacht geven voordat er rust mag komen’ is feitelijk de mededeling. ‘Als we onze innerlijke blik simpelweg op die emotie zelf gevestigd houden, zal die emotie langzaam maar zeker in kracht afnemen.’ (Ricard, ‘Gelukkig leven’, pag. 223) Denkend in modellen zouden we de techniek van emo-mindfulness ‘Het Trechtermodel’ kunnen noemen. Door een item in gedachten te nemen, dit door herhaling via de trechter naar het onbewuste te laten gaan met als doel alleen hiermee samenhangende gegevens los te maken. Deze gegevens gaan vervolgens in omgekeerde richting via de trechter naar boven en komen vrij, worden toegelaten. Door een enkel exact geformuleerd item te nemen wordt men niet overspoeld door de enorme opslag aan gegevens uit het onbewuste. Door vervolgens niet reactief aanwezig te zijn worden de opkomende gegevens losgelaten.
We zouden, in navolging van genoemde Werkgeheugentheorie bij EMDR kunnen zeggen dat met deze herhaaltechniek, door activering van het korte-termijn-geheugen, op haar beurt die netwerken geactiveerd worden in het onbewuste die betrokken zijn bij de werking van het lange-termijn-geheugen. In het lange-termijn-geheugen liggen representaties zoals voorstellingen, beelden, begrippen, gebeurtenissen in een relatief passieve staat opgeslagen. De stimulus is dan in dit geval niet het volgen van de vingers van de therapeut maar de eigen herhalende innerlijke spraak tijdens het focussen op een probleem. Toelaten is loslaten.

Praktijk

Hoe gaan we toelaten? De techniek bestaat, zoals eerder gesteld, uit vier toe te passen stappen.
Stap 1.
Het vinden van het juiste item om mee te werken. Dit kan A. een storende cognitie zijn, B. een emotie of C. een functioneel lichamelijke klacht.
Ad A: mijn hoofd loopt om, ik ben te dik, ik moet nu een sigaret, et cet.
Ad B: verdrietig, boos, afkeer, angst, et cet.
Ad C: pijn in onderrug, nekpijn, stijve schouder, et cet.
Bij toepassing is het belangrijk het te herhalen item zo kort mogelijk te houden en liefst in gebruikstaal. ‘Mijn hoofd loopt om’ kan dus eventueel worden ‘vol hoofd’. ‘Afkeer’ kan vertaald worden door ‘getver’ of ‘vies’. ‘Pijn in onderrug’ in ‘pijn rug’. Bij ‘ik moet nu een sigaret’ kan het worden ‘nu een saffie’ (‘saffie’ bestaat al sinds 1937, Bolhuis). Bij herhaling wordt gefocust op de inhoud van het item.
Stap 1 duurt meestal 3 tot 5 minuten. De opdracht is ermee door te gaan totdat er een leegte ontstaat. Deze leegte is er als er geen nieuwe zaken meer omhoog komen. ‘Dit laatje in het onbewuste is voor nu leeg.’
Stap 2.
Als de leegte er is dan de cliënt uitnodigen 21 seconden non-reactief in die rust te blijven. Dit is een empirisch gegeven. Als het 21 seconden lukt, blijft het meestal zo. Lukt het niet dan stap 1 kort voortzetten met erna weer 21 seconden rust. Erna volgt stap 3.
Stap 3.
Feitelijk is het onbewuste nu ‘leeg’ m.b.t. het uitgewerkte item. We geven het onbewuste nu een nieuwe opdracht. Het onbewuste is even werkloos en vraagt om die opdracht. Deze opdracht start met een standaardzin:
‘Help me anders om te gaan met….’ waarna ingevuld wordt het item dat gebruikt is bij stap 1. Deze omschrijving moet woordelijk hetzelfde zijn. Voorbeeld: ‘Help me anders om te gaan met …..’pijn rug’, met ‘vol hoofd’, met ‘verdrietig’, ‘nu een saffie’.’
Deze stap, waarbij opnieuw herhaling plaatsvindt, neemt ongeveer 1 tot 2 minuten. De opdracht is ermee door te gaan totdat er een ‘zen-gevoel’ ontstaat, gekenmerkt door een glimlach. ‘Het gevoel dat het goed is.’
Stap 4.
De procedure afsluiten met een bedankje aan het onbewuste:
‘Dank je wel dat je me helpt’, eventueel gevolgd door ‘ik houd van je’ terwijl de handen op het hart gelegd worden.

In de praktijk van het werken met emo-mindfulness is in het begin absoluut adequate begeleiding nodig. Juist toepassen van het protocol is belangrijk.
Praktische aanwijzingen:
1. we sluiten de ogen tijdens beoefening van deze techniek en zitten comfortabel.
2. als je afgeleid bent en je merkt dat je afgeleid bent, keer je vriendelijk terug naar het te herhalen item.
3. wees non-reactief aanwezig, laat alles dat opkomt voorbij gaan net als de wolken, een blaadje op het water.
4. ook als het heftig is niet proberen iets te veranderen, het houdt op een gegeven moment echt op.
5. je kunt hier kort iets vragen maar blijf met je ogen gesloten zitten.
6. bij deze techniek altijd gaan zitten, niet liggen.
7. één keer per dag toepassen is meestal voldoende. Meer keren mag.
Deze techniek is goed aan te leren en makkelijk zelfstandig uit te voeren. Cliënten ervaren het als prettig en blijven ermee doorgaan ook na beëindiging van de therapie. Het vraagt niet veel tijd. Belangrijkste aan te leren aspect is het vinden van het juiste item om mee te werken.

Drs. N.J. Zimmermann (1950), onderwijzer, orthopedagoog, psycholoog. Is sinds 1984 werkzaam als zelfstandig psycholoog (NIP/BIG/LVVP). In 1975 gestart met meditatietechnieken; 2007 (RINO) een relevante verkorte opleiding Mindfulness-instructeur gevolgd. Inmiddels 8 jaar geëxperimenteerd met emo-mindfulness. Items als ‘Stoppen met roken’, ‘eetproblemen’, ‘onbegrepen lichamelijk klachten’ gaven goed resultaat te zien.

Januari 2016

© 2016 – alle auteursrechten voorbehouden aan Drs. N.J. Zimmermann

Literatuur:
Bodin et al, Dr. Luc (2012). Ho’oponopono. Uitgeverij Deltas.
Cahn, B.R. en J. Polich (2006). Meditation States and Traits: EEG,
ERP, and Neuroimaging Studies. Psychological Bulletin, 132, 180-211.
Dijksterhuis, Ap (2005). Het slimme onbewuste. Uitgeverij Bert Bakker.
Dijksterhuis, Ap (2015). Op naar geluk. Uitgeverij Bert Bakker.
Davidson, R., J. Kabat-Zinn, J. Schumacher, et al. (2003). Alterations in brain and immune function produced by mindfulness meditation. Psychosomatic Medicine, 65, 564-570.
Foundation for Inner Peace . Een Cursus in Wonderen (2015). Ankh Hermes.
Van den Hout, M.A. & Engelhard, I.M. (2012). How does EMDR work?. Journal of Experimental Psychopathology, 3 (5), (pp. 724-738) (15 p.).
Kuyken, W. et al. (2008). Mindfulness-based cognitive therapy to prevent relapse in recurrent depression. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 76(6), 966-978.
Ludwig, D. en J. Kabat-Zinn (2008). Mindfulness in Medicine. Journal of the American Medical Association, 300, 1350-1352.
Lutz, A., H. Slagter, J. Dunne and R. Davidson (2008). Attention regulation and monitoring in meditation. Trends in Cognitive Sciences, 12, 163-169.
Ma, S. en J. Teasdale (2004). Mindfulness-Based Cognitive Therapy for Depression: Replication and Exploration of Differential Relapse Prevention Effects. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 72, 31-40.
Ospina, M., K. Bond, M. Karkhaneh, et al. (2007). Meditation practices for health: state of the research. Evidence Report/Technology Assessment 155, University of Alberta Evidence-based Practice Center.
Pennebaker, James. Writing to Heal: A Guided Journal for recovering from Trauma and Emotinal Upheaval. New Harlinger , 2004.
Puett, Michael. De Weg (2016). Uitgeverij ten Have.
Ransdorp et al, René (2015). Inleiding taoïstische filosofie. ISVW Uitgevers.
Ricard, M. Gelukkig leven. Paperback, Milinda Uitgevers, 2005.
Williams, B.R., J. Teasdale, Z. Segal en J. Kabat-Zinn (2007). Mindfulness en bevrijding van depressie. Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam.
Michael. De Weg (2016). Uitgeverij ten Have.